dinsdag 15 maart 2011

De belangrijkste openbaringen van Johannes.


[Geciteerd uit:]


----------------------------------------------De Bijbel.

----------------------------------------BEVATTENDE AL DE
--------------------------------------HEILIGE GESCHRIFTEN,
-----------------------------------------------OF DE

----------------------------------------KANONIEKE BOEKEN
---------------------------------------------VAN HET
-----------------------------------OUDE EN NIEUWE VERBOND

-------ZOO ALS DIE UIT HET OORSPRONKELIJKE IN DE NEDERDUITSCHE TAAL,     
-----------------------------------------OP LAST VAN DE
---HOOG MOGENDE HEREN STATEN-GENERAAL DER VERENINGDE NEDERLANDEN,
---------------------------------EN VOLGENS HET BESLUIT DER
--------------------------------------SYNODE NATIONAAL,
-----------------Gehouden te Dordrecht, in de jaren 1618 1619, overgezet zijn,
----NU OVEREENKOMSTIG DE THANS MEEST GEBRUIKELIJKE TAAL EN SPELLING ------------------------------------------------INGERIGT,

---------------------------------------EN MET 32 OP STAAL
------------------------------ GEGRAVEERDE PLATEN, VOORZIEN.

------------------------------------------XXX XXX XXX---------------------------------------

-----------------------------------------TE ARNHEM, bij
-----------------------------------PIETER ADRIAAN DE JONG
-----------------------------------------------1854.



De Openbaring van Johannes. Hoofdstuk XIII

> 13. En e')bla-bla-bla-
> 14. En f') verleidt degenen, die op de aarde
wonen, door de teekenen, die aan hetzelve te doen
gegeven te zijn, in de tegenwoordigheid van het beest;
zeggende tot degenen, die op de aarde wonen ,
dat zij het beest, hetwelk de wond van het zwaard
had en (weder) leefde, een beeld zou maken.
> 15. En aan hetzelve werd (magt) gegeven, om
aan het beeld van het beest eenen geest te geven,
opdat het beeld van het beest ook zou spreken,
en maken, dat allen, die het beeld van het beest
niet ziouden aanbidden, gedood zou worden.
> 16. En het maakt, dat het aan allen, kleinen
en grooten, en rijken en armen, en vrijen en dienst-
knechten, g) een merkteeken geve aan hunne reg-
terhand, of aan hunne voorhoofden :
> 17. En dat niemand mag koopen of verkoopen,
dan die dat merkteeken heeft, of den naam van
het beest, of het getal zijns naams,
> 18. Hier is de wijsheid ! die het verstand heeft,
rekene het getal van het beest; want het is een
getal eens menschen, en deszelfs getal is zes hon-
derd zes en zestig.

HOOFDSTUK XVII.

> 7. En de engel zeide tot mij: bla-bla-bla-
> 8. Het beest, dat gij gezien hebt, was en is
niet; en het zal opkomen uit den afgrond, en ten
verderve gaan; en die op de aarde wonen, zullen
verwonderd zijn, b) (wier namen niet zijn geschre-
ven in het boek des levens van de grondlegging
der wereld) ziende het beest, dat was en niet is ,
hoewel het is.
> 9. Hier is het verstand, dat wijsheid heeft ! De
zeven hoofden zijn zeven bergen, op welke de
vrouw zit.
> 10 En het zijn (ook) zeven koningen; de vijf
zijn gevallen, en de een is, de ander is nog niet
gekomen, en wanneer hij zal gekomen zijn, moet
hij een weinig (tijds) blijven.
> 11. En het beest, dat niet was en niet is, die is
ook de achtste (koning), en is uit de zeven, en
gaat ten verderve.
> 12. En de tien horens, die gij gezien hebt, zijn
tien koningen, die het koningrijk nog niet hebben
ontvangen, maar als koningen magt ontvangen op
een uur met het beest.
> 13. Dezen hebben enerlei meening, en zullen
hunne kracht en magt aan het beest overgeven.
> 14 Deze zullen tegen het Lam krijgen, en het
Lam zal hen overwinnen, c) (want het is een Heer
der Heeren, en een Koning der koningen) en die
met hem zijn, de geroepenen, en uitverkorenen,
en geloovigen.
> 15. En hij zeide tot mij: bla-bla-ba-bla